Vreemde avonturen in een klein dorpje
Bieke en Roodkapje lopen samen door het bos naar het huis waarin de oma van Roodkapje woont. “Is je oma niet bang van de boze wolf ?” vraagt Bieke terwijl ze nagefloten worden door de bomen. “Nee hoor ” antwoordt Roodkapje terwijl ze demonstratief haar kont naar de bomen toe keert. “Mijn oma is trouwens een weerwolf op rust. Sinds ze een kunstgebit draagt nadat ze haar tanden verloor toen ze zich tegoed wou doen aan een knokige schoolmeester komt ze niet veel meer buiten”. Bieke moet even slikken. Een weerwolf als oma kom je niet iedere dag tegen”.
Hoe dieper ze het bos ingaan hoe dichter de bomen en het struikgewas. Op de boomstammen meent Bieke gezichten te zien. Nu en dan lijkt het of ze vuile woorden naar de meisjes roepen. “Dat zal ik me verbeelden denkt Bieke, maar Roodkapje heeft een antwoord klaar. Precies of ze Bieke’s…
View original post 213 woorden meer