Vreemde avonturen in een klein dorpje

De kamer is duister, het behang valt zowat van de muur door het vocht. Aan het venster hangen stofnesten en spinnenwebben. Het brede bed kraakt. De matras is vol vlekken van al die mannen die voor hem erop gelegen hebben. Pilchard opent zijn ogen. Welke dag zijn we ? Hoe laat is het ? Heeft hij gedroomd ? Vlug kijkt hij op zijn uurwerk dat hij ooit van zijn opa zaliger gekregen heeft voor zijn communie. Hij schrikt. Op dit uur rijden er geen bussen meer. Geld voor een taxi vindt hij te duur. Dat betekent wachten tot de volgende dag om naar huis te trekken. Moeder zal het wel zonder hem kunnen redden.
Naast hem begint er beweging te komen onder het versleten donsdeken; Fleur heft haar hoofd op van tussen de kussens. “Alles goed meester ?” Pilchard gromt iets dat op “ja”…
View original post 274 woorden meer