Na de huldiging van de renners die de kermiskoers overleefd hebben wordt garde Punaize op het kabinet van hoofdcommissaris Jean Cadoo verwacht. Als de commissaris je ontbiedt betekent dat meestal niet veel goeds. Met het lood in de benen en zijn dienstwapen sleept onze garde zich naar het kabinet. Met trillende hand en knieen klopt hij op de deur. “KOM BINNEN” galmt het aan de andere kant van de deur. Punaize voelt het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. De scharnieren van de deur en zijn ellebogen piepen als hij de deur opent en binnen stapt.

Commissaris Cadoo : “dag mijn beste Punaize, zet u, een cognac en een havannasigaar ?”
Punaize weet niet wat hem overkomt en antwoord zoals steeds : “Neen dank u, als ik mijn uniform aan heb drink ik niet.”
Commissaris Cadoo oftewel CC zoals hij door intimi genoemd wordt : “trek het dan verdomme uit en…