De urne staat vlak voor het altaar. Daar komt de dominee gevolgd door meneer pastoor en enkele straatjongens gekleed als misdienaars. De gewaden van de misdienaars ruiken mijlen in de wind. Duidelijk te lang onder de mottenballen gelegen.  De koster die nog met een kater zit wegens te lang vertoeven in café Vlaanderen speelt een improvisatie van Bach op het kerkorgel. Dan begint de dienst.De dominee vertelt over het leven van haar tweelingzus. De helft van de aanwezige gelovigen grijpt naar een zakdoek bij het horen van al die triestige verhalen. De andere helft grijpt ook naar hun zakdoek wegens last van griep. Vervolgens is het de beurt aan de pastoor om zijn zeg te doen. 

Enkele straten verder zit een gepensioneerde rijkswachter door zijn telescoop te turen op zoek naar leven in het heelal. Plots ziet hij een voorwerp de aarde naderen. Het is net of het op het dorp…