Vroeg in de morgen,
Een oude tempel aan de rand van de jungle.
Een groep mannen is druk bezig om alles klaar te zetten voor de plechtigheid.
In een koude cel zitten vier vrouwen angstig dicht bij elkaar.
Het zijn de bejaarde zussen Marie (75) en Claire (73), samen met kleindochters Daphne (20) en Justine (12). Hoe lang ze hier al vast zitten weten ze niet. Ze herinneren zich nog hoe het huis overvallen werd. De mannen moesten weg op missie en ze werden ervan verzekerd dat ze veilig waren in dat grote huis aan de rand van de jungle. Eén van de bedienden moet die gasten binnen gelaten hebben. Het kan niet anders. De vrouwen hebben honger en voelen zich vies. Nu en dan horen ze ratten piepen. Dit moet een nachtmerrie zijn.

De deur van de cel gaat open en een gewapende man met tulband doet teken dat ze naar buiten moeten. Gevolgd door de man die hen geen seconde uit het oog verliest stappen ze één voor één door een duistere gang die leidt naar een koer in het midden van de tempel. Justine komt als eerste de koer opgestapt gevolgd door haar oudere zus en de twee tantes.  De man doet teken dat ze In die volgorde moeten blijven staan. In een hoekje van de koer staat een altaar met daarop een beeld van de vierarmige godin Kali. Rond het altaar staan een zestal gewapende mannen en een man die duidelijk een priester of iets in dien aard moet zijn. De zon komt op en een rode gloed versiert de hemel.

De priester doet teken dat Justine naar voor moet komen. Ze voelt haar hele lichaam trillen en  wilt achteruit stappen, maar dan voelt ze een onzichtbare hand haar naar voren duwen. Ze voelt het bloed uit haar aderen wegtrekken en tranen lopen langs haar wangen, maar er is geen ontkomen aan. Angstig kijken de andere vrouwen toe. Ze hebben geen benul wat de mannen met Justine van plan zijn. Zonder verpinken grijpen de mannen het meisje vast en scheuren haar de kleren van het lijf. Ze wordt vlak voor het altaar hardhandig op de grond gegooid. Ze gilt het uit en roept om haar mama. Er komt  een zwarte rook uit de nis achter het altaar.. In de rook ontwaren de dames een gedaante. Een kleine zwarte duivel komt te voorschijn. Zonder aarzelen gaat hij recht op het meisje af. Vol afschuw ziet ze de demon vlak boven haar, maar kan zich niet bewegen, laat staan wegrennen. Kreten van doodsangst. Dan wordt het stil. Een laatste stuiptrekking ontsnapt uit haar tenger lichaam. Uit de mond van de demon stroomt het bloed langs zijn uithangende tong. Verbijsterd kijken de andere vrouwen toe. De demon draait zich om en kijkt in hun richting. Gretig wijst hij naar zijn volgende slachtoffer, de mooie en weelderige Daphne. Ondanks dat haar geest zich verzet stapt ze op de demon af, wetende wat haar te wachten staat.

Er klinken enkele schoten. Twee mannen vallen dodelijk getroffen neer.  Paniekerig kijken de andere mannen om zich heen. Voor ze goed en wel beseffen wat er gebeurt stormen gewapende soldaten op hen af. Er zit niets anders op dan zich over te geven want de overmacht is te groot. Terwijl de soldaten de priester en zijn handlangers op de knieën dwingen en hun handen op de rug binden nadert een man in burger . Zonder een woord te zeggen wijst hij naar de vrouwen die ineengedoken in een hoek angstig toekijken. Een vrouwelijke soldaat ontfermt zich over de in shock verkerende dames. Dan stapt de man naar het bloedoffer. Met gefronste blik aanschouwt hij het ontzielde lichaam  terwijl hij een pakje sigaretten  uit zijn jaszak te voorschijn tovert. Zonder zijn blik af te wenden stopt hij een sigaret in zijn mond.
“zonde !” mompelt hij tussen zijn tanden. Dan draait hij zich om en gaat verder met instructies geven.

Einde.