Een klein meisje gaat ’s morgens naar school met haar kleine poesje in haar armen.
Haar oudere broer zegt haar dat het verboden is om dieren naar school mee te nemen en dat ze waarschijnlijk gestraft zal worden als ze het doet, maar ze weigert te luisteren en neemt het katje toch mee.
Op de bus vertelt de buschauffeur precies hetzelfde als haar broer, maar toch blijft ze bij haar standpunt.
Wanneer ze op school aankomt, komt de juffrouw bij haar en geeft het kleine meisje ervan langs omdat ze haar huisdier heeft meegenomen terwijl dit tegen de regels van de school is, maar toch blijft ze weigeren om het katje te laten gaan.
De Juf vraagt haar waarom ze zo op haar standpunt blijft.
Waarop het meisje zegt: “Deze ochtend toen ik de badkamer verliet, hoorde ik papa tegen mama zeggen: “Als de kleine weg is, eet ik uw poesje op.””

Een ouderwetse pastoor moet seksuele voorlichting geven in een klein pattelands schooltje en is daar een beetje verlegen mee.
Om het allemaal wat gemakkelijker te maken werkt de pastoor met vergelijkingen…. “Kijk”, zegt de pastoor, tegen de leerlingen van 12 jaar, “de vrouw dat is het paradijs,” en terwijl hij dat zegt haalt hij zijn huissleutel uit zijn jas, “en de man heeft de sleutel die toegang verleent tot het aards paradijs,” vervolgt de pastoor.
Jantje zit achteraan in de klas en heeft heel aandachtig de uitleg van meneer pastoor gevolgd en plots zegt hij: “Meneer pastoor, ik geloof dat onze buurman een reservesleutel heeft…”