Het was kort na den oorlog, eind jaren 1940. Veel was er in een dorp gelijk Krottegem niet te doen. Het minste wat de sleur kon doorbreken was goed genoeg om veel volk in beweging te brengen.
Op een dag kwam er een verhuiswagen (of kar) toe op het kerkplein. Meneer pastoor zou verhuizen naar zijn nieuwe pastorie. Jantje, een kereltje van zowat 10 jaar had daarvan gehoord en mocht van zijn vrome moeder naar dit spektakel gaan kijken.
Rondom de pastorie hadden zich reeds heel wat mensen verzameld, deels om te helpen, maar nog meer om deze grote gebeurtenis gade te slaan. Jantje vriemelde zich tussen die grote mensen en kon alles vanop de eerste rij gadeslaan.
Groot was Jantje’s verwondering toen hij zag dat er slechts één bed naar buiten gebracht werd. Hoe kan dit nu ? Meneer pastoor had toch een dienstmaagd ? En dan slechts één eenpersoonsbed ? Hoe krijgt meneer Pastoor dit voor mekaar ?
Als een opgejaagde hinde liep Jantje naar huis. Zo’n grote ontdekking moest hij moeder toch vertellen ? Wat zou zij opkijken van Jantje’s verhaal !
Hij vloog de keuken binnen en vertelde moeder met overslaande stem hetgeen hij gezien had. Maar in plaats van blij verrast te zijn dat zij zo’n opmerkzame zoon had keek zij ontzet en gaf hem vervolgens een flinke klap op zijn wang. Jantje begreep niets van moeders reactie en vervolgde : “maar moeder, ik heb dat echt gezien hoor !” waarna zij hem een tweede muilpeer gaf.
Nu was Jantje helemaal de kluts kwijt maar besloot verder hierover maar te zwijgen. Hopelijk zou vader zijn kloef niet naar boven halen wanner hij thuis komt van zijn werk. Jantje trok zich dan maar strategisch terug en niemand sprak nog over dit voorval.
Ook meneer pastoor en zijn maart zwegen in alle talen.
